Skip to main content
[:nl]Tijdens de lezing van Cornelie Egelie-Sprengers bij het ministerie van VWS twee weken geleden ontmoette ik Christiaan Vinkers, als psychiater en onderzoeker verbonden aan het Amsterdam UMC (VuMC). In 2017 schreef hij (samen met apotheker Ronald Vis) een boek over de zin en onzin van antidepressiva met de titel: “Even slikken”.

Het is allereerst een heel begrijpelijk boek over lastige materie: een knappe prestatie. Daarnaast is het een eerlijk boek over bijvoorbeeld de werking van antidepressiva. Op bladzijde 90 wordt gesteld: “We weten simpelweg niet of antidepressiva de biologische oorzaak van een depressie nu wel of niet aanpakken. Maar het is de vraag of dit voor de dagelijkse praktijk problematisch is: het is namelijk veruit het belangrijkste dát een geneesmiddel werkt.” Ook het feit dat het niet voor iedereen werkt, wordt in een reëel perspectief geplaatst (blz. 108): “Antidepressiva doen het qua werkzaamheid prima in de geneeskunde.” Dit als ze worden vergeleken met andere veel gebruikte geneesmiddelen, zoals paracetamol. Die werken ook niet bij iedereen even goed.

Een andere belangrijke vraag die beantwoord wordt in het boek is de vraag wanneer antidepressiva het beste werken. Ze blijken het beste te werken bij ernstige depressies. Maar dat geldt ook voor andere interventies zoals zelfhulp en informatieverstrekking. Misschien is er gewoonweg meer resultaat te behalen als de klachten ernstiger zijn.

Door het boek heen worden verhalen verteld door mensen die veel baat hebben gehad bij antidepressiva en waarbij hun kwaliteit van leven enorm is toe genomen. De verhalen spreken tot de verbeelding omdat het psychisch lijden door een depressie zo voelbaar wordt. Soms is de medicatie zelfs levensreddend geweest.

 [:]