Skip to main content
[:nl]Nu we een jaar bezig zijn met aanmeldingen die we krijgen en proberen te plaatsen, kunnen we ook een beetje de rekening op gaan maken van vraag en aanbod, knelpunten en andere zaken die we tegenkomen.

Ten eerste lijkt het niet zo’n groot probleem om hulp te vinden in de basis GGZ. Dat is hulp voor lichte tot matige psychische problemen. Er kloppen maar een paar mensen bij ons aan voor een zoektocht naar hulp in de basis GGZ, en dan is dat meestal doordat ze een specifieke vraag hebben, bijvoorbeeld ACT (acceptance and commitment therapy), EMDR of hulp in de avonduren. Die hulp is snel gevonden.

Veel meer vraag is er naar de gespecialiseerde GGZ: langdurige hulp voor zwaardere problematiek. De behandeling is dan gericht op persoonlijkheid of langer bestaande klachten op gebied van depressie, angst of trauma. De weg daarnaar toe wordt vooral bemoeilijkt omdat wachttijden vaak erg lang zijn. Met andere woorden, er is behoorlijk wat vraag, maar niet genoeg aanbod. Mensen hebben vaak al veel tijd geïnvesteerd in bellen en mailen, zonder al teveel resultaat. Dit is vaak het werk dat wij uit handen nemen: veel bellen en mailen, met gebruik van de ‘zoekmachines’ die we tot onze beschikking hebben, op zoek naar een plek. Natuurlijk houden we daarbij ook rekening met voorkeuren als regio in Amsterdam, vrije vestiging of instelling, man/vrouw, richting binnen de psychotherapie en vergoeding door de zorgverzekeraar. Soms is niet duidelijk welke hulp mensen precies zoeken, daar helpen we bij door te informeren. Dit kan soms leiden tot een andere vraag dan waar men mee begon. Ook is vaak niet duidelijk welke hulp vergoed wordt door de zorgverzekeraar. We vragen of naasten hulp nodig hebben. Als de wachttijd te lang is, proberen we een overbrugging te regelen. Over het algemeen vinden we binnen één tot 2 maanden een plek voor mensen.

Het moeilijkst te plaatsen zijn mensen met een dubbele diagnose (bijvoorbeeld trauma en persoonlijkheid, of trauma en psychose), autisme of ernstige persoonlijkheidsproblematiek. Daar bestaat vaak al een voorgeschiedenis van behandelingen en hulpverlening, waarbij de informatie tussen instellingen niet altijd gedeeld is en er verschillende diagnoses zijn gesteld (en bijbehorende behandelingen zijn gestart). Bij dit plaatsingsproces hoort vaak veel administratie, veel afstemming tussen instellingen onderling en met de huisarts, terwijl de cliënt in kwestie vaak in (bijna)crisis is doordat de wachttijd lang is en hulp daardoor hard nodig is. Hiervoor is het noodzakelijk een overbruggingscontact te regelen. Ook hier moet vaak contact gezocht worden met de zorgverzekeraar voor extra budget. Uiteindelijk is het tot nu toe gelukt om een plek te vinden voor mensen, maar vaak lukt dat soms pas na een half jaar wachten en overbrugging.

Voor nu lijkt te gelden: hoe moeilijker de problematiek, hoe lastiger iemand te plaatsen is. Misschien een logische maar wel wrange conclusie. Dit is dan ook de reden dat we onze vermoedens tot harde cijfers willen omzetten door een gedegen onderzoek. Met de subsidie van ZonMw gaan wij hard aan de slag om dit voor elkaar te krijgen![:]